Raku - Ovenstook
De volgende fotoserie laat het proces van het rakustoken zien.
Voordat we beginnen hebben we een aantal zaken nodig. In de eerste plaats hebben we keramiek nodig om te
glazuren en deze keramiek moet al biscuit gestookt zijn. De rechter foto laat wat kleine schaaltjes zien die
ik gebruik om te experimenteren. Ze zijn gemaakt van gietklei en relatief dun en fragiel. Meestal wordt er
aanbevolen om wat stevigere werkstukken te maken van een klei met veel chamotte erin omdat deze beter bestand
is tegen de grote temperatuurschok die het te voorduren krijgt bij het raku stoken. Het blijkt echter dat ook de meer
kwetsbare gietklei-werken de temperatuurschok kunnen overleven zolang ze niet al te groot zijn en vooral
homogeen van dikte. De gietklei bevat uiteraard geen chamotte, maar ik voeg er meestal een 20 tot 25% scherp
zand aan toe om hem beter bestand te maken tegen snelle temperatuurovergangen.
De gegoten werken dienen wat hoger gestookt te worden dan de handgevormde objecten en ook dit maakt het werk
gevoeliger voor breuk, omdat de scherp een stuk vaster en minder poreus wordt. Toch haalt zo'n 80-85% van het
werk het ongeschonden door de raku procedure.
|
|
Ten tweede hebben we natuurlijk ook een glazuur nodig. Er zijn verschillende kant en klare raku glazuren
te koop, maar omdat het glazuur en de effecten die je ermee bereikt zo'n enorme invloed hebben op het
uiteindelijke werk geef ik er de voorkeur aan om zelf te experimenteren met de glazuursamenstelling. De
linker foto laat een nog droge formulering zien. In dit voorbeeld wordt een glazuur gemaakt van 50g Gerstley
Borate en 50g Nepheline Syenit. Dit geeft op zichzelf een wittig glazuur met grote craquelé, maar hier
heb ik er nog 3g kalium dichromaat (het oranje poeder) en 5g loodoxide (het zwarte poeder) aan toegevoegd en
dit zorgt ervoor dat het glazuur een typisch groene tint krijgt die het midden houdt tussen gras en elstar
appelen. Verder is er nog een snufje peptapon toegevoegd om de viscositeit en de stabiliteit van de dispersie
te verhogen. Als dit weggelaten wordt, zet het glazuur snel een laag af op de bodem, zoals je dat vroeger ook
dikwijls zag bij slechte kwaliteit verven. Bovendien is het aanbrengen van het glazuur nu ook wat makkelijker
omdat het afhankelijk van de hoeveelheid peptapon de consistentie krijgt van karnemelk, yoghurt of (als je
teveel toevoegt) kwark. De gewenste consistentie is ook afhankelijk van de manier van aanbrengen van het
glazuur. Dompelen, gieten, kwasten en spuiten vereisen allemaal een verschillende viscositeit.
Als het glazuur eenmaal op het werk is aangebracht laat ik het rustig drogen zodat op een gegeven moment
alleen nog een doffe poederige laag over is, die in de verste verten nog niet lijkt op het resultaat na
stoken. Het glazuur is nu erg kwetsbaar en (vette) vingerafdrukken kunnen een onuitwisbaar effect hebben. Het
werk wordt nu in de oven geladen. Het deksel gaat erop, het vuur wordt ontstoken, en de brander wordt in de
oven gelegd. In het begin gebruiken we een lage gasdruk zodat de oven langzaam en gelijkmatig opwarmt. De
werkstukken bevatten nu nog veel water (van het glazuur) dat er voorzichtig uitgestookt moet worden omdat het
werk anders kan ontploffen. Je kunt controleren of het werk al droog is door een stuk glas boven de
schoorsteen te houden als je het gas even wat lager zet. Als er vocht op het glas condenseerd, is dit een
duidelijk teken dat het werk nog niet droog is. (Je moet het gas even laag zetten omdat ook bij het
verbranden van gas vocht vrij komt.) Als het werk dan uiteindelijk droog is kan er wat sneller doorgestookt
worden tot 1000°C. Ik gebruik een Nikkel-Chroom-Nikkel thermokoppel en een multimeter om de temperatuur
in de gaten te houden. Elke millivolt spanningsverschil komt hierbij overeen met 25°C, maar dit is
afhankelijk van het type thermokoppel. Van bovenaf door de schoorsteen de oven in kijken is vanaf dit moment
af te raden omdat je daarbij gewoonlijk je wenkbrauwen verliest. Het is nu beter om langs de brander af door
de zijkant van de oven te kijken. Bij de smelttemperatuur van het glazuur zie je dat het oranje opgloeiend
keramiek bedekt wordt door een laagje glanzend stroperig vloeibaar glazuur.
Als de oven eenmaal op temperatuur is wordt de gaskraan dichtgedraaid en gaat het deksel van de oven. Alle
typische raku effecten ontstaan in de komende vijf tot tien minuten. Het werk wordt uit de oven gehaald en in
een blik of ton gestopt die gedeeltelijk gevult is met bijvoorbeeld houtkrullen of zaagsel. De hitte van het
keramiek zorgt ervoor dat het hout ontbrandt. Het blik gaat dicht en wordt 20 to 30 minuten met rust gelaten.
Daarna is het werk zover afgekoeld dat het blik geopend kan worden zonder al teveel rookoverlast te
veroorzaken. Het werk wordt nu in water gedompeld om verder af te koelen en met wat zeep, schuurmiddel en een
borstel of schuursponsje ontdaan van de zwarte aanslag die erop is gekomen.
Hoe kunnen de effecten in het glazuur nu worden beinvloed?
In de eerste plaats is het belangrijk hoe snel het werk uit de oven gaat en in het zaagsel terecht komt. De
eerste temperatuurschok vindt plaats bij het openen van de raku oven. Als het werk nu meteen in het zaagsel
gegooid wordt zal er niet erg veel craquelé ontstaan. Als je daarentegen te lang wacht met het
overbrengen zal het werk zover zijn afgekoeld dat het het hout niet meer kan doen ontbranden en de delen van
het werk die ongeglazuurd zijn gebleven inclusief de craquelures zullen niet meer ingerookt worden en
kleurloos blijven. Het meest typische effect wordt verkregen in de tussenliggende situatie als het object in
de houtkrullen wordt geplaatst op het moment dat de haarscheurtjes in het glazuur verschijnen. Dit kun je
zelfs horen! Het vuur zorgt er dan voor dat de ongeglazuurde delen de scheurtjes een matzwarte teint
oplopen.
Als het werk het blik is opgesloten kan ook een reductie optreden van sommige componenten in het glazuur.
Reductie is precies het tegenovergestelde van oxidatie en treedt op bij deze hoge temperaturen in de
afwezigheid van zuurstof. De zuurstof is immers opgeraakt door de verbranding van het hout. Zoals oxidatie
metallisch koper kan omzetten in het typische groen dat we kennen van bijvoorbeeld kerkdaken, kan een
reductie van een koperhoudend glazuur er een metaalglans opbrengen. Oxides van minder edele metalen zijn wat
lastiger om te zetten in een glimmend metaaloppervlak, maar desalniettemin kan toch een verassend kleureffect
ontstaaan. Het goed afsluiten van het blik zorgt ervoor dat reductie makkelijker optreedt, maar ook lokaal
kun je het beinvloeden door bepaalde plaatsen goed met zaagsel te bedekken.
Als laatste wil ik nog vermelden dat het type 'reductor' ook een aanzienlijk effect op het resultaat kan
hebben. Houtkrullen van een lichte soort werken het eenvoudigst omdat ze makkelijk ontbranden, maar het is
ook de moeite waard om met zaagsel te experimenteren of zelfs met plantaardige olie. De olie brandt niet of
nauwelijks maar verdrijft wel effectief de zuurstof van het glazuur. Verder koelt het werk er sneller in af
waardoor veel en kleine haarscheurtjes ontstaan die door de hete olie slechts lichtjes worden ingekleurd.
|